Of het een bewuste keuze was van ons beiden laat ik in het midden, maar feit is dat Peter en ik slecht waren ingelezen, toen we gisteren arriveerden in Ulrum. Daarom hadden de eerste twee vragen die we hardop stelden te maken met voorzieningen die wij beschouwen als essentieel voor de leefbaarheid van een gemeenschap, namelijk:
- Is er een horecagelegenheid?
- Is er een supermarkt?
Toen we begrepen dat Ulrum zowel een kroeg/snackbar als een supermarkt heeft waren we eigenlijk al tevreden. Dan zouden we ons wel redden, zelfs als de auto het zou begeven.
Dat we niet veel later ontdekten dat café Neptunus alleen in het weekend is geopend vonden we pijnlijk, maar we besloten er niet over te gaan kniezen. Daar konden we best zonder, besloten we. Een supermarkt is dan toch net even iets belangrijker. We wandelden naar de Spar om de hoek, sloegen er voor 50 euro boodschappen in, pinden wat extra geld en gingen tevreden terug naar het appartement voor diner en arbeid. Die buurtsuper zat er toch maar mooi, lekker dichtbij, met een prima aanbod.
Een paar uur later vond ik het septembernummer van dorpskrant d’Ollerommer in het kantoor van pand Luth (PDF), dat me deed denken aan een periodiek van een sportvereniging. Op pagina 44 een artikel van Steungroep ‘Houd de SPAR open!’. Dat artikel maakte wel het een en ander bij me los, omdat ik er veel in herkende. Ik dacht bijvoorbeeld aan een actueel vraagstuk in Middelburg, rondom de mogelijke komst van een grote sportwinkel in de periferie van de stad, maar ook aan het verhaal van een oud-collega die in het dorpje Meliskerke op Walcheren woont. Zij vertelde een paar jaar geleden dat de supermarkt in haar dorp moeite had om het hoofd boven water te houden. Zij vond het voortbestaan van de winkel belangrijk voor de leefbaarheid van het dorp maar gaf eerlijk toe zelf ook veel boodschappen elders te doen. Dat had alles te maken met prijs en aanbod.
De parallellen met Ulrum zijn makkelijk te trekken. Het artikel opent:
Nadat de vorige eigenaar ophield met de winkel hield iedereen zijn hart vast: zouden we voortaan echt zonder SPAR-winkel moeten? Er er was al zoveel gesloten! Maar gelukkig kwam er een nieuwe winkelier, Marcel Vogelzang, een betrokken man die vroeger in Ulrum gewoond heeft. Hij richtte de winkel opnieuw in en iedereen was blij en deed boodschappen bij SPAR, naar volle tevredenheid. Totdat bij de buren in Leens nieuwe winkels openden en steeds meer mensen de 3-4 km fietsten of reden om grote boodschappentassen te vullen. Dat moet ieder voor zich weten. Maar het lijkt wel of men de Ulrumse SPAR geheel uit het oog verloren heeft!
Vervolgens somt het artikel -als geheugenopfrisser- op welke dingen burgerbewoners allemaal lokaal kunnen doen dankzij de SPAR en niet langer als die zou verdwijnen. Dat is nog meer dan je zou denken. Het gaat ook om zaken als postzegels kopen, je schoenen wegbrengen voor reparatie, pinnen, medicijnen ophalen en alcohol kopen.
Het is volkomen begrijpelijk dat mensen in dorpen kiezen voor goedkopere alternatieven, of voor een groter aanbod elders. Zoals het ook begrijpelijk is dat mensen dol zijn op internetwinkels en grote zaken als Mediamarkt en IKEA. Ze zijn toch zeker niet gek? Maar op de langere termijn wordt voor dat consumentengedrag best een hoge prijs betaald. Steeds meer leegstand in de steden, totale leegloop in de dorpen. Die verschraling leidt vervolgens weer tot nog meer verschraling. Mensen vertrekken dan naar de plekken waar de voorzieningen nog wel zijn. Het is geen hogere wiskunde, maar het roept wel de vraag op of je dat patroon nog wel kunt doorbreken. Misschien kun je wel stellen dat iedere gemeenschap de retail krijgt die het verdient. Misschien moet je zelfs vaststellen dat dit de economie is die we willen met z’n allen. Winkelen als het spelen van een videogame? De sociale voorzieningen scoren op het web, in plaats van in de fysieke gemeenschap?
Maar als dat echt zo is: hoe ga je daar dan mee om? Ik heb nog geen flauw idee, moet ik bekennen, maar we gaan graag eens luisteren naar de heer Vogelzang. We zijn benieuwd hoe hij er over denkt.
Wij hebben recentelijk zo’n 1,5 jaar zonder supermarkt gezeten op het dorp.
Wat een kale bedoening was dat. Hebben we nog boodschappen nodig, was ineens een kwestie geworden. In welk dorp in de omgeving gaan we ze halen?
Sinds een paar jaar is er weer een supermarkt. Als ik het goed begrijp een initiatief van een andere ondernemer in het dorp.
Ja, ik betaal best meer voor mijn boodschappen. Ik koop er ook niet alles, ook omdat het aanbod vrij traditioneel is.
In de loop der tijden heb ik wat ontmoetingen met andere mensen gehad. Zo tussen de schappen of bij het vullen van de fietstassen. Hele gesprekken.
De sociale media lijken in mijn ogen minder sociaal te worden. Mede netwerkgebruikers reageren niet zo vaak als een paar jaar geleden. We worden steeds drukker.
Soms is de caissière de eerste mens die ik spreek op een dag.
Dus ik ben erg blij met onze supermarkt.
Dank voor je reactie Andrea. Er zijn in dit dorp nog veel andere plekken voor sociale contacten in de vorm van clubs, verenigingen, de kerken, enz, maar qua voorzieningen zou het echt een aderlating zijn. Maar zoals iemand het ook zei: hier krijg je 3 bananen voor 1,50 euro, in het nabijgelegen dorp een hele tros. Las gisteren ook in beleidsstuk van de Provincie Groningen dat de concentratie van winkels elders een bewuste keuze was, in het belang van de gehele gemeente De Marne. Gaat de winkel in jouw dorp het wel redden?
Nou, in de zomermaanden, als de campings in onze omgeving vol staan, gebeurt het regelmatig dat de groente, de melkproducten op zijn, zo rond het middaguur. Dan is er goed verkocht.
Ik heb de indruk dat na de supermarktloze periode lang niet alle klanten terug zijn gekomen.
Wij hebben een goed bekend staande bakker en slager in dezelfde straat waar de supermarkt is. En de winkels zijn goed bereikbaar. Redelijk wat parkeerplaatsen.
Zo kan het gebeuren dat mensen uit een buurdorp bij ons boodschappen doen, terwijl het eigen dorp veel meer winkels biedt. Door de vele toeristen kost boodschappen doen in hun eigen dorp veel extra (wacht-)tijd.