De afgelopen maand is het project WERK& Ulrum opgestart. Met dit project brengen we aan de hand van verhalen van dorpsbewoners plekken en gebouwen in kaart die zij door willen geven aan toekomstige generaties. Met een helder beeld van deze panden en plekken kan worden ingespeeld op ontwikkelingen die op het dorp afkomen zoals de toenemende leegstand. Hierdoor blijft Ulrum ook in de toekomst mooi en leefbaar.
Verhalen
Ulrum kent een rijkdom aan bestaande verhalen. Een voorbeeld van zo’n bestaand verhaal is ’n oavend op dijpswal uit Zuurdiek, mien dörpke. Dit verhaal speelt zich af op een herfstavond in 1879 in een oude kroeg bij de dorpshaven op de plek waar nu café Neptunus staat. De levendige gesprekken in de kroeg werden op een gegeven moment verstoord door hulpgeroep van buiten. Er was iemand in het diep gevallen. Eén van de gasten haastte zich naar buiten om de helpende hand te bieden maar belandde, omdat de kroeg dicht bij het water stond en het aardedonker was, zelf ook in het diep. Dit leidde tot grote hilariteit onder het inmiddels naar buiten gestroomde publiek. Beide ‘drenkelingen’ stonden tot hun middel in het slijk te jammeren en werden met een touw, lantaarn en een ladder ‘gered’ door de kroegbaas en zijn meid. Eind goed al goed!
Naast bestaande verhalen die veelal gaan over d’ olle kern zijn we ook op zoek naar nieuwe verhalen over andere plekken en gebouwen in Ulrum. Daarvoor hebben we met elkaar uiteenlopende doelgroepen, van jong tot oud, benoemd waar we nieuwe verhalen willen gaan oogsten. Deze doelgroepen zijn wij op dit moment aan het benaderen.
Slot
In het decembernummer van de Ollerommer en met een huis aan huis verspreidde affiche hebben we een oproep gedaan om verhalen met ons te delen en/of mee te doen in de werkgroep. Op 25 januari 2016 komt de werkgroep van 19:30 tot circa 21:30 uur voor het eerst bij elkaar in het Informatiecentrum in Ulrum en bekijken we met elkaar de eerste verhalen. Wij zijn heel benieuwd!
Petra de Braal en Tim Willems-Kruize (contact: willems@libau.nl of 06-28.26.14.38)
